Buigproeven
Als de dierenarts een buigproef uitvoert, wordt een deel van het onderbeen korte tijd onder druk aangespannen. De dierenarts tilt daarvoor het been op om druk te kunnen zetten. Bij het aanspannen wordt de flexibiliteit en de gevoeligheid van de gewrichten en omringende structuren beoordeeld. Als het been enige tijd onder druk gehouden is mag het paard wegdraven. Bij het wegdraven wordt de mate van kreupelheid beoordeeld.
Als er geen reactie is tijdens het aanspannen van de gewrichten of het wegdraven, is het paard niet gevoelig en is de buigproef “negatief”. Als het paard echter kreupel wegdraaft wordt de buigproef als positief beoordeeld. De mate van kreupelheid wordt dan in een gradatie weergegeven. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met leeftijd en het gebruik van een paard.
Je kunt het zien als belastingsproef waarbij eventuele kleine pijntjes duidelijk zichtbaar worden tijdens het lopen. Vaak uit de gevoeligheid zich al tijdens het aanspannen van het onderbeen. Een paard dat rustig staat tijdens het buigen, zonder verzet en waarbij de dierenarts absoluut geen spanning voelt, zal ook weg draven alsof er niets is gebeurd. Een paard dat vervelend is tijdens de buigproef, heeft bijna altijd pijn en zal vrij zeker een aantal passen erg onregelmatig lopen bij het wegdragen.